Verslaving aan nicotine
Nicotine zit in alle tabak, zoals sigaretten en shag. Maar nicotine zit meestal ook in vapes en e-sigaretten, en in snus en nicotinezakjes. Het is een heel verslavende stof. Dat betekent dat iemand al snel niet meer zonder nicotine kan. Die persoon móet dan roken of vapen, zelfs als hij of zij het niet wil.
Hoe komt nicotine in de hersenen?
Iemand die rookt of vapet ademt de nicotine in. De longen nemen de nicotine op in het bloed. Via het bloed komt de nicotine in de hersenen. Daar heeft nicotine effect op bepaalde receptoren.
Hoe dat precies werkt lees je hier
Bekijk hier de video ‘Wat is verslaving?’ in 9 verschillende talen.
Nicotine en zin om te roken of vapen
Als mensen roken of vapen, worden in de hersenen extra nicotinereceptoren gemaakt. Als iemand een tijdje niet heeft gerookt, daalt de hoeveelheid nicotine in het bloed. Veel nicotinereceptoren krijgen dan geen of minder nicotine. Dan gaan ze ‘schreeuwen’ om nicotine. Iemand krijgt dan erge zin om weer te roken of vapen.
Het lichaam breekt nicotine snel af. Na 2-3 uur is de helft van de nicotine in het bloed al opgeruimd. Daarom krijgen mensen vaak na 2 of 3 uur weer zin om te roken of vapen.
Lees hier meer over hoe nicotine in het lichaam wordt afgebroken
Stoppen met roken en ontwenningsverschijnselen
Iemand die stopt met roken kan last krijgen van ontwenningsverschijnselen. Dat zijn bijvoorbeeld:
- Slecht slapen
- Erge zin om te roken of vapen
- Prikkelbaar, chagrijnig en sneller boos zijn
- Onrustig of gespannen zijn
- Moeite hebben met concentreren
- Angstig of somber voelen
- Last van de buik en darmen (verstopt zijn, moeilijk kunnen poepen)
Deze ontwenningsverschijnselen duren meestal niet lang. Meestal maar een paar weken, waarvan de eerste 2-3 dagen het ergst.
De gewoonte om te roken
De lichamelijke verslaving aan roken is iets anders dan de geestelijke verslaving. Nicotine is vrij snel uit het bloed en het lichaam went meestal na een paar weken aan de nieuwe situatie. Het kan moeilijker zijn om de gewoonte van het roken aan te passen. Als iemand gewend is om op bepaalde momenten te roken of vapen, moet diegene daar nu iets anders voor in de plaats doen. Dan kan iemand nog vaak denken aan roken, waardoor diegene er zin in kan krijgen.
Lees hier meer over stoppen volhouden tijdens moeilijke momenten