Op welke neurotransmitters in de hersenen heeft nicotine effect?
In de hersenen heeft nicotine een effect op verschillende neurotransmitters. Dat zijn stofjes waarmee hersencellen met elkaar communiceren, of ‘praten’. De belangrijkste zijn dopamine, noradrenaline, acetylcholine, vasopressine, serotonine en beta-endorfine. Deze stoffen spelen een rol bij:
- Genot (dopamine)
- Waakzaamheid en stress (noradrenaline, acetylcholine)
- Onderdrukken van de eetlust (dopamine, noradrenaline, serotonine)
- Stemming (serotonine)
- Leerproces en geheugen (acetylcholine, vasopressine)
- Vermindering van angst en spanning (beta-endorfine)
Nicotine doet eigenlijk acetylcholine na. Die neurotransmitter komt onder andere vrij als er gevaar dreigt en helpt om het lichaam voor te bereiden op een ‘fight-or-flight’ respons. Sommige mensen ervaren dat als een ‘nicotinekick’. Maar in werkelijkheid is het een stressreactie van het lichaam waarbij de hartslag en de bloeddruk omhoog gaat.
Lees meer over nicotine op Trimbos.nl.
Bekijk hier de video ‘Wat is verslaving?’ in 9 verschillende talen.
VIDEO